Schrikdraad testen
Wanneer wordt schrikdraad gebruikt?
Schrikdraad wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat dieren binnen een bepaalde omheining blijven. De aarding van een schrikdraad zorgt ervoor dat als het dier de afrastering (schrikdraad) aanraakt, er een schok ontstaat.
Hoe kan ik schrikdraad testen?
Om te kunnen beoordelen of een afrstering in orde is en goed functioneert, is het van belang om de spanning te kunnen meten. Op een afrastering staat al gauw een paar duizend volt, voorzichtigheid is daarom geboden. Om dit goed te kunnen meten zijn er speciale (multi)meters beschikbaar. Deze hoogspanningsmeters zijn zo gebouwd dat de hoge spanning op een geleider goed te meten is. Reguliere multimeters zijn daar niet geschikt voor, deze worden onherstelbaar beschadigd door de hoge spanning. Apparaten met een digitaal display geven continue de spanning weer, maar als dit display aangeeft dat de spanning te laag is, dan zal de afrastering gecontroleerd moeten worden. Daarvoor zijn goede hoogspanningmeters belangrijk.
Schrikdraad testen met apparaten van Koltec
KOLTEC heeft een breed assortiment aan meters beschikbaar, waarmee de afrastering te meten is. De simpelste meet alleen de puls, de meest uitgebreide meet de spanning, maar ook de stroom en bij een bepaalde verhouding ook de richting waarin de stroom wegloopt. Met deze laatste meter, de detector, kunt ook eenvoudig fouten in de afrastering opsporen.
Een effectieve afrastering moet al gauw minimaal >3.000 Volt hebben om dieren voldoende af te schrikken. Goed aangelegde afrasteringen kunnen een spanning hebben van >8.000 Volt.
Na het testen functioneert de schrikdraad niet juist, wat nu?
Als een afrastering niet goed functioneert, moet de fout opgespoort worden. Dit kan het beste in meerdere stappen uitgevoerd worden.
- Wat is de huidige spanning in de afrastering?
- Schakel de spanningsgever uit en koppel de afrastering van de spanninggever af.
- Schakel het apparaat weer in en meet de spanning tussen de min en plus pool.
- Indien het apparaat goed functioneert, sluit de afrastering weer op het apparaat aan.
- Koppel de aansluiting van de geleider en meet de spanning op de aansluiting.
- Sluit de aanvoer weer aan op de geleider.
- Indien mogelijk deel de afrastering in, in secties en meet die 1 voor 1 door, door vanaf het apparaat iedere keer een sectie toe te voegen aan de afrastering.
- In de sectie waar de spanning inzakt na het aankoppelen, zit de fout. Daar moet dan de afrastering kritisch gecontroleert worden op kapotte isolatoren, geleiders die geaarde voorwerpen raken, geleiders op de grond etc. Na herstel moet de afrastering weer op de gewenste spanning zijn.
Naast een fout in de afrastering kan ook de aarding onvoldoende is. Zonder goede aarding kan een afrastering niet functioneren. De stroom kan alleen maar door een dier gaan als de verbinding met de min pool of aardepool optimaal is. Zie ook werking van een afrastering. De aarding is apart te testen en daarbij is een goede hoogspanningsmeter belangrijk. Zie daarvoor ook aarding testen.